Onze geschiedenis
Dwingeloo vóór de Afscheiding
Onze kerk is een van de oudste Afgescheiden gemeenten van Drenthe. Bij deze Afscheiding speelt de familie van ‘Meister’ Albert Kok een belangrijke rol. Albert Hilberts Kok is een man van aanzien in kerk en maatschappij. Hij is ouderling en gaat voor in kerkdiensten. Ook is hij o.a. wethouder in Dwingeloo en een goede vriend van de burgemeester van Dwingeloo. Hoewel hij onvrede heeft met de leer en gang van zaken binnen de Hervormde kerk blijft hij de kerkdiensten bezoeken. Zijn zonen en met name de oudste, Frederik, doen dat niet meer en organiseren al in 1825 huiskamerdiensten. Voor deze diensten geldt dat, op straffe van een boete, er maximaal 19 personen aanwezig mogen zijn. Daarom worden er vaak meerdere samenkomsten per zondag gehouden en ook op doordeweekse dagen.
De Afscheiding
De Afscheiding van 1834 begint in Ulrum als dominee Hendrik de Cock uit het ambt gezet wordt en een belangrijk deel van de kerkleden op 13 oktober 1834 de Akte van Afscheiding ondertekent.
Op zondag 23 november 1834 beluistert Meister Albert weer duidelijk niet-orthodoxe uitspraken van ds. Cransen en verlaat hij demonstratief, gevolgd door velen, het hervormde kerkgebouw. De dag erna vragen 10 leden, zij vertegenwoordigen 21 personen, hun attestatie op en ondertekenen de Akte van Afscheiding.
Er wordt voor grotere samenkomsten soms uitgeweken naar de boerderij van Meister Albert in Eemster, van waaruit goed te zien is of er ‘onraad’ vanuit Dwingeloo dreigt.
In de Drentse Almanak lezen we: “Van 19 tot 24 maart (1835) was De Cock ten huize van Frederik Alberts Kok in Dwingeloo, waar ook een afgescheiden gemeente werd geïnstitueerd”. Dit gebeurt na een kerkdienst die in de schuur bij Meister Albert gehouden wordt. Frederik Kok en zijn goede vriend Geert Kerssies worden benoemd als ouderlingen.
De jonge gemeente
Frederik Kok volgt de opleiding tot voorganger en wordt op 4 oktober 1840 door ds. de Cock bevestigd als eerste predikant van Dwingeloo.
Begin 1841 wordt een verzoek tot erkenning ingediend bij de koning. Het verzoek wordt ondertekend door 84 leden boven de 18 jaar, met vermelding van ook 67 kinderen. Op 28 juli 1841 verleent koning Willem II zijn goedkeuring aan de Afgescheiden Christelijke gemeente te Dwingeloo. Bepaald wordt dat de erediensten gehouden moeten worden ‘in het huis van Hubert Jacobs Punt en kinderen’.
In 1842 wordt Frederik Kok als predikant opgevolgd door Geert Kerssies. Hem valt de eer te beurt om in 1845 het eerste kerkgebouw in te wijden. In 1915 is het ledental inmiddels gegroeid tot 400 en wordt er gesproken over ruimtegebrek in de kerk.
Verbouw en nieuwbouw
Het duurt echter tot 1953, de gemeente is al weer doorgegroeid naar 500, voor er een uitbreiding aan het gebouw gerealiseerd wordt. Mede door de ontwikkeling van Dwingeloo als vakantiedorp wordt in 1960 besloten om ’s morgens twee diensten te houden en een middagdienst.
Vanaf 1975 staat de slechte staat van het kerkgebouw op de agenda. Het duurt echter tot 1981 voor er een beslissing genomen wordt om over te gaan tot nieuwbouw met ca. 600 zitplaatsen; kosten ruim 1 miljoen gulden.
Dit bedrag wordt bij elkaar gebracht met allerlei acties, door de verkoop van het jeugdgebouw en een rondgang door de gemeente (160 adressen) met een opbrengst van 460 duizend gulden. En een onverwachte gift van ongeveer honderdduizend gulden van Stichting Steun Kerkbouw.
De laatste dienst in de oude kerk wordt gehouden op 21 maart 1982. De stenen van de oude kerk worden schoon gebikt en op dezelfde plek als fundament gelegd van het nieuwe gebouw. Zo wordt letterlijk voortgebouwd op het verleden. De nieuwe kerk kan hetzelfde jaar, op 17 december 1982, in gebruik genomen worden.
Voor meer historie wordt verwezen naar Fragmenten uit de geschiedenis